Er bestaan verschillende vormen van daken als u een villa bouwt. De daken kunnen onderverdeeld worden in platte daken en in hellende daken. Er zijn drie soorten platte daken, namelijk de kouddakconstructie, de warmdakconstructie en de omgekeerde platdakconstructie. Van de hellende daken zijn meerdere soorten. Maar de meest voorkomende is het zadeldak en variaties daarop. Variaties van het zadeldak zijn het lessenaarsdak, het schilddak, het wolfsdak, het mansardedak en het tentdak.
Platte daken
Een kouddakconstructie is het minst gebruikte platte dak, en ook het platte dak dat niet wordt aangeraden. Een kouddakconstructie kan zonder ventilatie zijn of met ventilatie. Bij een kouddakconstructie zonder ventilatie bestaat het bovenste gedeelte uit de dakbedekking, daarna de dakconstructie en meteen daaraan vast de isolatie. Bij de kouddakconstructie met ventilatie bestaat het bovenste gedeelte uit dakbedekking, daarna de dakconstructie, vervolgens de ventilatie en daaronder de isolatie.
Bij de warmdakconstructie ligt de isolatie onder de dakbedekking en boven de dakconstructie. Er kan eventueel tussen de isolatie en de dakconstructie nog een dampremmer geplaatst worden. De dampremmer zorgt ervoor dat er geen condens van onderliggende ruimtes naar de dakbedekking kan.
Dan heb je ook nog het omgekeerde platdakconstructie. Dit platte dak is geschikt voor mensen die op het dak willen lopen, bijvoorbeeld als u een dakterras er van wilt maken. Bij dit dak bestaat het bovenste gedeelte uit een ballastlaag, bijvoorbeeld grind. Daaronder zit het vlies, de isolatie, de dak afdichting en als laatst de dakconstructie.
Hellende daken
Hellende daken hebben een aantal voordelen ten opzichte van platte daken. Een hellend dak kan extra woonruimte creëren, ook is een hellend dak goedkoper, het regenwater kan makkelijk weglopen, het is windbestendig en ten slotte dient de hellende kap als warmtebuffer. Hieronder staan de meeste voorkomende daken. Dit zijn zadeldaken en variaties daarop.
– Zadeldak: dit dak bestaat uit twee dakvlakken die hellend tegenover elkaar staan en bij de nok bij elkaar komen.
– Lessenaarsdak: dit dak bestaat uit één dakvlak die een één kant schuin afloopt.
– Schilddak: dit dak heeft dezelfde twee dakvlakken als het zadeldak, maar aan de kopse kanten heeft een schilddak nog twee dakvlakken met een driehoekige vorm.
– Wolfsdak: het wolfsdak lijkt op het schilddak, maar de driehoekvormige dakvlakken aan de kopse kanten zijn korter en schuiner.
– Mansardedak: dit dak is eigenlijk een gebroken zadeldak. De twee dakvlakken zijn geknikt, waardoor er vier dakvlakken ontstaan. De onderste gedeeltes lopen steiler af, dan de bovenste gedeeltes.
– Tentdak: dit dak bestaat uit drie of vier driehoekige die in de nok bij elkaar komen. Andere namen voor dit dak zijn puntdaken of paviljoendaken.